Ongewenste omgangsvormen

Werkgevers zijn wettelijk verplicht om binnen het algemene arbeidsomstandigheden beleid een beleid te voeren gericht op het beschermen van werknemers tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld (Arbo-wet 1998 artikel 4 lid 2). Verder bepaalt de Algemene Wet gelijke behandeling het verbod op discriminatie.

Ongewenste omgangsvormen zijn schadelijk! Dat is het niet alleen voor de klager, het is tevens van invloed op de aangeklaagde. Op de mensen die er getuige van zijn geweest heeft het de nodige impact. En zo ook op de cultuur van de organisatie. Uiteindelijk leiden ongewenste omgangsvormen tot productieverlies, groot verloop en hoog ziekteverzuim. Dit komt uit diverse onderzoeken naar voren. De door het Ministerie van Sociale Zaken gepubliceerde evaluatie van de Arbo-wet (1998) bevestigt dit.

De werkgever kan het aanwezig zijn van ongewenste omgangsvormen zeer beperken door duidelijke regels binnen het bedrijf op te stellen. De bedrijfsmaatschappelijke werker kan adviseren met het opstellen van beleidsregels binnen het bedrijf. Deze regels zullen vooral betrekking hebben op discriminatie, intimidatie, agressie/geweld en pesten. Het is van belang dat er veel aandacht uitgaat naar maatregelen in de preventieve sfeer.

Seksuele intimidatie

In het kort samengevat: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard. Het doel van seksuele intimidatie is vaak het creëren van een intimiderende, vijandige, onaangename werkomgeving en/of het aantasten van de werkprestaties van een persoon.

Agressie en geweld

Denk aan voorvallen waarbij een medewerker psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de arbeid.

Enkele voorbeelden:

Fysieke agressie: slaan, vastgrijpen. Verbale agressie: schelden, schreeuwen, treiteren. Psychische agressie/intimidatie: dreigen, chanteren, achtervolgen, pesten, “mobbing”. Een kenmerk van mobbing is dat het systematisch gebeurt. Het gaat om gericht vernederend, intimiderend, of vijandig gedrag, steeds naar dezelfde persoon. Het mobben vindt langdurig plaats en het slachtoffer kan zich er niet effectief tegen verweren. Mobbing is een wetenschappelijke term die inmiddels ook als zodanig door de Arbeidsinspectie wordt gehanteerd.

Hoofdvormen zijn:

Sociale isolatie, werken onaangenaam of onmogelijk maken, bespotten, roddelen, dreigen, fysiek geweld (opsluiten van steeds dezelfde persoon). Seksuele intimidatie, discriminatie.

Discriminatie

Het benadelen van een persoon op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid, leeftijd, positie, handicap of elke willekeurige vorm van onderscheid maken – tenzij gemaakt op werkprestaties – dan ook. Als een individu al in aanraking is geweest met ongewenste omgangsvormen, dan kan hij zich wenden tot de vertrouwenspersoon. Dit kan een bedrijfsmaatschappelijk werker zijn, maar ook een medewerker binnen het bedrijf, die de juiste opleidingen heeft gevolgd om te kunnen functioneren als vertrouwenspersoon.

Taken van de vertrouwenspersoon

Alle hulpvragen worden strikt vertrouwelijk behandeld. Elke actie wordt alleen ondernomen met toestemming van de klager. De vertrouwenspersoon ondersteunt en begeleidt de klager naar de best mogelijke oplossing. Daarnaast kan er tevens hulp geboden worden in het opzetten van dit beleid in uw organisatie.

Mocht u als werknemer/werkgever in een dergelijke situatie terecht zijn gekomen dan kunt u met mij contact opnemen voor informatie, advies, handelswijze en/of een stuk begeleiding. Aan het eerste contact zijn geen kosten verbonden.

Indien gewenst kan ik een offerte of meer informatie toesturen. Het tarief is hetzelfde als bedrijfsmaatschappelijk werk.